Meest vervuilende voertuigen minder op de weg: hoogstnodig voor de gezondheid van de Brusselaars

Meest vervuilende voertuigen minder op de weg: hoogstnodig voor de gezondheid van de Brusselaars

Brussel wordt met de vinger gewezen voor zijn (heel) slechte luchtkwaliteit. En dat is niet zonder reden. Dagelijks rijden er honderdduizenden voertuigen in rond (waaronder 227.000 pendelende automobilisten). Die verzadiging heeft een aanzienlijke invloed op de luchtkwaliteit en de gezondheid van de Brusselaars: luchtvervuiling ligt dan ook aan de basis van honderden sterfgevallen per jaar. Door nu te beslissen om een lage-emissiezone in te voeren voor het volledige gewest, neemt de Brusselse Regering haar verantwoordelijkheid om de Brusselaars te beschermen tegen de gevolgen van de vervuiling, waarvan de kwetsbaarste personen de eerste slachtoffers zijn.

Op 2 juni besliste de Brusselse Regering om de meest vervuilende voertuigen uit het gewest te bannen door vanaf 2018 een lage-emissiezone in te voeren. Concreet betekent dat dat vanaf 2018 – en stelselmatig tot 2025 – de meest vervuilende voertuigen niet langer welkom zullen zijn. Dat is een eerste heel belangrijke stap naar een betere luchtkwaliteit zonder negatieve economische gevolgen. Vergeleken met andere Europese grote steden (Stockholm, Londen, Berlijn, Munchen etc.) bouwde ons gewest – daarbij de Europese normen overtredend – een grote achterstand op. Het gewest werd verschillende keren tot de orde geroepen door de Europese Commissie wegens de voortdurende overschrijding van de normen ter zake.

In het begin van de jaren 2000 benadrukte Didier Gosuin al het volgende: “als Brusselse minister van Leefmilieu stelde ik de grote lijnen voor van die essentiële maatregel om het Brussels Gewest voor verstikking te vrijwaren. In 2004 keurden zelfs alle gewestelijke en federale ministers een proefproject goed. Jammer genoeg waren er vervolgens veel belemmeringen en werd het project door de volgende legislaturen langs de kant geschoven. Meer dan vijftien jaar zijn verstreken en het idee is aan het einde van zijn traject gekomen. En daar moeten we blij om zijn.”.