Een nieuw recht: het levenslange recht op opleiding

Een nieuw recht: het levenslange recht op opleiding

Didier Gosuin
Brussels minister van Economie, Tewerkstelling en Beroepsopleiding

Toenemende ongelijkheid en een gevoel van maatschappelijke onrechtvaardigheid, de klimaatverandering, de digitalisering van de economie, nieuwe vormen van arbeid en de verarming in de tewerkstelling ... Welk beleid moeten we voeren om deze nooit eerder gezien uitdagingen aan te pakken?

Onze maatschappij lijkt wel vastgeroest, niet in staat om tot actie over te gaan. Door de klassieke – met name neoliberale – formules stevenden we recht op een muur af. Uit deze impasses zal geen enkele oplossing voortvloeien voor de financiële, sociale en milieucrisis. Maar welk praktisch alternatief is er? Wij moeten de aanzet geven tot een heruitgevonden democratie, die fungeert als een krachtige regulator van de markteconomie om resources ten dienste van de burger te stellen. Dat impliceert dat we de verzorgingsstaat hervormd wordt op grond van een nieuw generatiepact, meer bepaald op de enige bron van rijkdom van de toekomst, de competenties van onze medeburgers.

Als er een hefboom te weinig wordt benut, dan is het wel opleiding. De school en de verschillende kwalificatiesystemen moeten centraal staan bij een nieuw samenlevingsontwerp en een nieuwe veranderingsstrategie. Enkele bemoedigende evoluties betekenen niet dat er geen immense inspanning meer moet worden geleverd.  Het klopt dat de tewerkstellingsgraad toeneemt. De werkloosheidsgraad daalt in de drie gewesten van ons land en is in Brussel zelfs de laagste sinds 1992. Meer dan 18% jonge Walen en meer dan 24% jonge Brusselaars hebben echter geen diploma secundair onderwijs. Om hen op te leiden hebben we onze instrumenten op ongeziene wijze hervormd en vereenvoudigd: alternerende opleiding, de uitbouw van het opleidingsaanbod, partnerschappen met de sectoren, tewerkstellingssteun die verband houdt met de opleiding, beroepscertificaten, de erkenning van competenties ...

De transformatie van onze economieën zal een gigantische inspanning vergen van scholen, ondernemingen, sectoren en de overheid om de initiële opleiding van de aankomende generaties en de omscholing van werknemers te garanderen. Loopbanen zijn niet langer lineair. Er zal steeds meer sprake zijn van gewenste of gedwongen mutaties. Ons beleid evolueerde in de goede richting, maar op een fundamenteler niveau vereist het opnieuw in werking zetten van een democratische samenleving gebaseerd op de emancipatie van al haar leden en op solidariteit dat men voor iedereen de broodnodige kwalificatie waarborgt, zowel voor burgers als voor werknemers.

Het is zinloos om de mantra “jobs, jobs, jobs” tot vervelens toe te herhalen, wanneer men bij gebrek aan opleiding steeds minder jobs vindt waarvoor men in aanmerking komt. In een wereld waarin opleiding ontmoedigd wordt doordat jongeren, vrouwen, deeltijdse werknemers, werkzoekenden die ver van de arbeidsmarkt afstaan te kwetsbaar zijn ... In een wereld waarin men mensen niet opleidt voor beroepen die afgestemd zijn op een digitale en circulaire economie ... In een wereld waarin de scholings- en opleidingssystemen, net zoals de aanwervingsprocedures van werkgevers, uitsluitend gebaseerd zijn op het oorspronkelijke diploma ... In een wereld waarin men de opleidingstrajecten van hen die vooruit willen door te werken en competenties te vergaren niet veiligstelt ... In een wereld waarin men niet kan ontsnappen uit een vastgeroest systeem om nieuwe rechten op sociale emancipatie in het leven te roepen, maar waar men rondjes blijft draaien en ongelijkheid blijft creëren ... 

In zo’n wereld moeten we een beslissende stap verder durven te gaan. In zo’n wereld hebben we nood aan een bredere visie op levenslange opleiding en moeten we opleidingsinstrumenten ontwikkelen om die visie te concretiseren. Ik stel dus voor om het nieuwe recht op levenslange opleiding in te voeren en dit door te trekken in alle scholings- en opleidingssystemen, in de opleiding in een onderneming, enz. Dit individuele recht op kwalificatie, dat op termijn een interfederale garantie moet worden, die verband houdt met de sociale onderhandelingen en ingeschreven moet worden in de grondwet, inroepbaar vanaf vijftien jaar oud, tijdens de schoolplicht en na het gemeenschappelijke lessenpakket.

Iedereen zal er recht op hebben, ongeacht zijn statuut, de certificering waarover hij beschikt en ongeacht de opleidings- of onderwijsverstrekker die hem die verstrekte. Dit recht zal berusten op een persoonlijk opleidingsaccount, waardoor iedereen een ‘rugzak’ krijgt waarin alle levenslange kwalificatiemogelijkheden vervat zitten (opleiding, studiehervatting, erkenning van competenties, stages, schakeljaren of opleidingen waarmee men een hoger certificeringsniveau kan bereiken, de erkenning van alle beroepsdiploma’s zoals onderwijsdiploma’s, de integratie van vernieuwende maatregelen (zoals de samenlevingsdienst)) ...

In een democratie is het ondenkbaar dat iemand die in zijn jeugd geen diploma behaalde voor de rest van zijn leven een handicap meesleurt. Zo’n feodale opvatting van kwalificatie is sociaal onrechtvaardig en economisch zinloos. Elke burger moet levenslang recht hebben op leren en zich zo goed mogelijk kunnen uitrusten om de beste carrièreswitches te kiezen om zelf te kunnen groeien en om de hen opgelegde carrièreswitches te kunnen aanvatten. Hij moet zelf een opleiding kunnen kiezen om zo goed mogelijk in te spelen op de nieuwe behoeften van de arbeidsmarkt. De overheid zal borg moeten staan voor dit nieuwe recht op echte sociale emancipatie.

Lees het interview op Le Guide Social (in het Frans).