Het GECO-systeem: een nodige en stelselmatige hervorming
Het GECO-systeem: een nodige en stelselmatige hervorming
De tewerkstellingssteun, die overgedragen werden van de federale overheid naar de gewesten in het kader van de zesde staatshervorming, werd hervormd om beter in te spelen op de specifieke kenmerken van de Brusselse arbeidsmarkt en de behoeften van Brusselse werkzoekenden.
Gelet op het belang van deze hervorming verkozen we om de implementering ervan af te wachten alvorens een hervorming van de GECO’s voor te stellen. Dit om meer samenhang te garanderen op het vlak van het tewerkstellingsbeleid en de verschillende systemen niet met elkaar te laten concurreren. Nu dat een gedane zaak is, kan van start worden gegaan met de hervorming van het GECO-systeem.
Evaluatie als voorafgaande fase
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt 250 miljoen euro besteed aan het GECO-systeem (GECO staat voor gesubsidieerde contractuelen). Dat systeem heeft betrekking op bijna 10.000 personen. Sinds 2015 werden verschillende stappen ondernomen om de sector te hervormen.
Zo werd een nooit eerder geziene evaluatie uitgevoerd van alle GECO-jobs om zich te vergewissen van de kwaliteit van het beheer ervan door werkgevers. Het resultaat? Hoewel er 56 jobs werden geschrapt, toonde deze evaluatie aan dat de overgrote meerderheid van de GECO-betrekkingen toegekend aan verenigingen en plaatselijke besturen als goede huisvader beheerd worden en inspelen op de maatschappelijke behoeften van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Tegelijkertijd werden er aan het begin van de legislatuur administratieve bepalingen goedgekeurd. Dankzij deze nieuwe maatregelen wordt een budget van 18 miljoen euro vrijgemaakt over vier jaar om vervolgens opnieuw geïnjecteerd te worden in het tewerkstellingsbeleid, met name via de inschakelingsovereenkomsten.
Een hervorming in twee fasen
Hoewel het GECO-systeem in het leven werd geroepen om Brusselse werkzoekenden aan het werk te helpen, bleek in de loop der jaren dat het vooral toeliet in te spelen op de behoefte om talrijke jobs te creëren in diensten van collectief belang. En terecht: het vertegenwoordigt immers een terugkerende en structurele bron van financiering bij zowel de plaatselijke besturen als in de non-profitsector, wat hen toelaat hun essentiële opdrachten te vervullen. Toch was het belangrijk het GECO-systeem te herzien om de doelstellingen ervan te verduidelijken en herdefiniëren.
De voornaamste wijziging naar aanleiding van die hervorming is eenvoudigweg de afschaffing van het GECO-statuut bij de plaatselijke besturen (gemeenten, OCMW's) van het Brusselse bestuur en de ION’s (DBDMH, Actiris, Net Brussel, enz.). Die werkgeversorganisaties beheren rechtstreeks meer dan 3.000 betrekkingen en 56 miljoen euro van de 250 die jaarlijks uitgegeven worden zal ernaar worden overgedragen in twee schijven. “Niemand boet er financieel bij in en de werknemers uit deze sector winnen er zelfs bij: ze zullen voortaan contractuele werknemers zijn”, klinkt het bij Brussels minister van Economie, Tewerkstelling en Beroepsopleiding Didier Gosuin. De modaliteiten voor deze overdracht zullen bepaald worden in overleg met de bevoegde minister voor Plaatselijke Besturen, Brussel Plaatselijke Besturen, Actiris en de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van Brussel (Brulocalis).
Dit model werkt echter niet voor de non-profitsector aangezien de vzws vaak afhangen van andere machtsniveaus dan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De sector zal een beroep kunnen blijven doen op GECO-jobs en zijn acties ten dienste van de Brusselse bevolking dus kunnen blijven uitbouwen. Er zal echter een administratieve vereenvoudiging in verschillende fasen plaatsvinden.