Bestrijding van discriminatie bij aanwerving: een Europese primeur

Bestrijding van discriminatie bij aanwerving: een Europese primeur

De kwestie staat al meer dan vijftien jaar op het programma. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is discriminatie bij aanwerving een kernprobleem. Al vijftien jaar lang stapelen de witboeken zich op. Er werden natuurlijk al initiatieven genomen, onder meer op het vlak van bewustmaking over en bevordering van diversiteit in ondernemingen. Met daadkrachtig beleid wordt actief bijgedragen aan de omschakeling van de mentaliteit van werkgevers (en kandidaten, die soms ontmoedigd raken). Maar het volstaat niet ... zoveel is duidelijk: de werkloosheidsgraad in Brussel bedraagt 10% voor de bevolking van Belgische oorsprong en 30% voor de bevolking van buitenlandse oorsprong.

De overheden moeten middelen ontwikkelen om alle Brusselaars dezelfde kansen te bieden. Maar wat is nu precies het percentage Brusselse werkzoekenden met een diversiteitsachtergrond? En hoe doeltreffend zijn de (voorbije en toekomstige) maatregelen die werden doorgevoerd? Tot nu toe bestond er geen instrument om die vragen te beantwoorden. In het Brussels Gewest zal voor de eerste keer de diversiteit worden gemonitord.

43% van de Brusselse werkzoekenden heeft een diploma of competenties die niet erkend zijn. Hoe is dat mogelijk in een Gewest waarin – ondanks de inspanningen en de opeenvolgende dalingen – de werkloosheidsgraad 17,5% bedraagt en waarin een kwart van de jongeren geen werk heeft? De in het buitenland gevolgde opleidingen en de verworven ervaring erkennen vormt een prioriteit. We gaan de erkenning van competenties uitbreiden en in het buitenland behaalde diploma's sneller erkennen.

Het is ten slotte nuttig om eraan te herinneren dat discriminatie – in de brede zin – een schending van de grondwettelijke rechten is, ongeacht de reden. Discriminatie is dus letterlijk niet toegelaten. De overheden moeten zo ook middelen ontwikkelen om misdadig gedrag te sanctioneren. Het Gewest moet daartoe voorzieningen ontwikkelen waarmee ongelijke behandeling kan worden aangetoond om te vermijden dat in het wilde weg of overhaast wordt gesanctioneerd.

Ik heb een voorontwerp van ordonnantie opgesteld om nieuwe instrumenten toe te kennen om werkgevers te controleren en te sanctioneren die verdacht worden van illegale praktijken ter zake. Een van die nieuwe bewijsmethodes is de praktijktest (ook wel situatietest of testing). De nadere regels en de juridische aspecten van de maatregel worden momenteel onderzocht om ervoor te zorgen dat men geen schrik heeft voor uitlokking bij de toepassing ervan.

Dit initiatief zou een Europese primeur vormen.

Ik vind immers dat het meer dan tijd is om de terughoudendheid van bepaalde personen achter ons te laten en de praktijktest te gebruiken waarvoor die bedoeld is: een instrument ten voordele van Brusselse werkzoekenden.

De nieuwe maatregelen zullen natuurlijk niet in één klap de moeilijkheden oplossen die de betrokken bevolkingsgroepen ondervinden om werk te vinden. Laaggeschooldheid, gebrek aan opleiding, taalproblemen etc. zijn allemaal redenen die er soms voor zorgen dat personen van buitenlandse oorsprong moeilijk werk kunnen vinden ... We maken daar overigens ook werk van.

Als we met dit actieplan echter een onevenwicht dat iedereen onaanvaardbaar vindt kunnen verminderen en ons beleid op de Brusselse realiteit kunnen afstemmen, zullen we een belangrijke stap in de goede richting gezet hebben.

Beluister mijn gesprek met Eddy Caekelberghs in ‘Face à l’Info’ nu maandag 13 februari 2017