Brussel ondersteunt ondernemingen van het begin tot het einde

Brussel ondersteunt ondernemingen van het begin tot het einde

In een artikel in La Libre van zaterdag 30 januari 2016 betreurt mevrouw Ramakers, de nieuwe directrice van de studiedienst van UCM dat het Brussels Gewest ondernemingen niet van het begin tot het einde ondersteunt. Dat klopt niet. Er bestaan gewestelijke instrumenten voor alle ondernemingen. 

Toen minister Didier Gosuin de woorden van de nieuwe directrice van de studiedienst van UCM las, stolde het bloed hem in de aderen. “Natuurlijk ondersteunt het gewest ondernemingen van het begin tot het einde”, verklaart hij verbaasd. 

Het Brussels Gewest biedt momenteel immers verschillende steunmaatregelen aan ondernemingen aan via zijn besturen: 

  • De diensten van Impulse ondersteunen groeiende ondernemingen, en dat in het bijzonder via de clusters.
  • BIE focust zich voornamelijk op internationale groei.
  • Citydev ontvangt in zijn kmo-parken ondernemingen die zich in verschillende groeistadia bevinden. 
  • Finance.brussels ontwikkelde een reeks instrumenten die tegemoetkomen aan de verschillende behoeften. 

“We zijn ons ervan bewust dat de steunmaatregelen voor ondernemingen verbeterd moeten worden. Daarom voorziet de door de Brusselse Regering geplande hervorming van de ondersteuning van ondernemingen net in een rationalisering van de opdrachten en structuren om ervoor te zorgen dat de diensten ervan duidelijker en nog toegankelijker zijn”, voegt minister Didier Gosuin toe. 

Minister Gosuin verbaast zich over de woorden van de nieuwe directrice van de studiedienst van UCM, aangezien UCM net goed geplaatst is om die evoluties te volgen. UCM bekleedt immers een bestuurderspost in bepaalde betrokken structuren. UCM werkte bovendien mee aan elke fase van de uitwerking van de strategie, als partner in het kader van de Economische en Sociale Raad of als deskundige bij de werkgroepen die in juni 2015 vergaderden over de rationalisering en in september over de Small Business Act.

“Om haar kennis over de Brusselse economische ondersteuning bij te spijkeren, stel ik voor dat mevrouw Ramakers contact opneemt met de Brusselse instellingen en eventueel met het kabinet. Met het oog op een succesvolle samenwerking met UCM wil ik er bovendien graag op wijzen dat UCM een vanzelfsprekende partner is van mijn economische projecten voor Brussel”, besluit minister Gosuin.