“De Zesde Staatshervorming was een onbeschrijflijke stommiteit”
“De Zesde Staatshervorming was een onbeschrijflijke stommiteit”
Volgens Didier Gosuin zal het Brussels Hoofdstedelijk Gewest centraal staan in het toekomstige Belgische politieke probleem. Als we een einde willen maken aan de geschillen die ons land bedreigen, moeten we ons ronduit meer inspannen voor de hoofdstad, zo meent de uittredende Brusselse minister die als burgemeester terugkeert naar Oudergem.
Didier Gosuin, de uittredende Brusselse DéFi-minister bevoegd voor Economie en Tewerkstelling, die voor maandag 1 juli uitgebreid geïnterviewd werd door La Capitale, brengt de uitdagingen voor het Brussels Gewest van de komende maanden en jaren in herinnering: “Ik heb me ingezet voor Brussel, omdat ik weet dat Brussel de kern vormt van het Belgische politieke probleem. En dat Brussel de kern van het toekomstige Belgische politieke probleem zal vormen. Zullen de Brusselaars volkomen gerespecteerd worden? Ik heb me politiek geëngageerd voor Brussel, omdat Brussel niet als een volwaardig gewest beschouwd wordt en de Brusselaars geen volwaardige burgers zijn. Noch in het noorden, noch in het zuiden, is er de gezamenlijke wil om Brussel de uitstraling te geven zoals wij die kennen.”
Volgens Didier Gosuin is, ondanks zijn uitstekende persoonlijke resultaat als minister, “de Zesde Staatshervorming een onbeschrijflijke stommiteit”: “Ik blijf herhalen dat het absurd was om de kinderbijslag te splitsen, om het huisvestingsbeleid in de rusthuizen te splitsen, alsook de verzorgingstehuizen voor ouderen. In naam van deze logica hebben we grote meerkosten voor de gemeenschap en voor de burger gecreëerd. Maar goed, hierover werd gestemd. Ik zei vervolgens tegen mezelf: hoe kunnen we ervoor zorgen dat deze context die ik niet wilde, omgezet wordt naar iets positiefs? Vijf jaar lang ben ik daarmee bezig geweest. Vandaag kan ik dat zeggen. De bevoegdheid en de begroting van het beleid inzake economie, tewerkstelling en opleiding zijn stabiele begrotingen, zonder onvoorzienbare gebeurtenissen, zonder risico’s dat deze in de toekomst ontsporen. Alles is onder controle. Elke maand opnieuw is er een daling van de werkloosheid, etc. Elke maand opnieuw zijn er iets meer jongeren die aan een opleiding beginnen.”
Op 66-jarige leeftijd zal Didier Gosuin terugkeren naar Oudergem, de gemeente die zijn passie werd. Heel lang zal hij daar evenwel geen burgemeester blijven. “Ik wil het zo snel mogelijk aan een nieuwe generatie overlaten. Ik zal aan politiek blijven doen, maar door alarmsignalen te geven. Nadien zal mijn plicht erop zitten. Dan zal het aan de jongeren zijn om de mouwen op te stropen en zich er rekenschap van te geven dat ze niet inactief kunnen blijven tegenover wat er nu gebeurt.”
Wat de volgende jaren betreft, denkt de burgemeester dat de belangrijkste doelstelling voor Oudergem erin bestaat de stad herin te richten, zodat de burger weer verzoent raakt met de stad. “De toekomst ligt in de stad”, benadrukt de DéFi-verkozene. “De vlucht van de bevolking naar de rand is een illusie. In werkelijkheid is het erg duur om in de rand te wonen. Je hebt twee auto’s nodig; je verliest ongelofelijk veel tijd met pendelen; je komt ’s avonds laat thuis; de gezinnen raken ontwricht omdat de ouders gestresseerd zijn … Er moeten opnieuw goede levensomstandigheden in de stad gecreëerd worden.” Om dat mogelijk te maken, stelt de minister dat er met name groene ruimten moeten worden aangelegd en dat de auto minder plaats moet krijgen.
Artikel te lezen in pdf of op de website van La Capitale.