Twintig Brusselse opties om vacante betrekkingen weg te werken

Twintig Brusselse opties om vacante betrekkingen weg te werken

Om de situatie aan te pakken verstuurde Didier Gosuin, minister van Economie en Tewerkstelling een plan naar de federale overheid met twintig maatregelen in het kader van het overleg tussen de machtsniveaus. Het gaat om twintig Brusselse voorstellen om de volgende doelstelling te behalen op middellange termijn: “Beter doen dan het Europese gemiddelde binnen vijf jaar”. Volgens de minister moeten de privé- en de overheidssector gemobiliseerd worden om de competenties van werkzoekenden te verbeteren in een onderneming.

Hierna volgt een onvolledig overzicht van de opties die naar voren worden geschoven.

  1. Vrijstelling van werkgeversbijdragen voor premies voor ondernemingen en leerlingen

Rekening houdend met de versnippering van de bevoegdheden moet een interfederale overeenkomst worden gesloten. Dat is met name het geval om ondernemingen vrij te stellen van werkgeversbijdragen voor stagiairs of leerlingen (die een alternerende opleiding volgen) die gewestelijke premies ontvangen. Daarover wordt op federaal niveau beslist. “De budgettaire kosten zullen gering zijn en grotendeels gecompenseerd worden door de ingevulde betrekkingen”, zegt de minister. Het Brussels Gewest vraagt ook om de alternerende opleiding en alle maatregelen voor opleidingen in ondernemingen bij het door de federale overheid aangekondigde investeringspact te betrekken. Brussel vraagt de deelentiteiten bovendien om de gelijkschakeling van in het buitenland behaalde diploma’s te versnellen en de praktische regels voor de erkenning van competenties uit te breiden.

  1. Meer mobiliteit

Om de problemen met betrekking tot het tekort aan arbeidskrachten op te lossen stelt het Brussels Gewest voor om in te spelen op de mobiliteit van de werknemers en de vlotte doorstroming van de gegevens over werkzoekenden. Concreet betekent dat dat ondernemingen aangemoedigd moeten worden om hun vacatures aan de verschillende betrokken overheidsdiensten te bezorgen. De samenwerking tussen de gewestelijke diensten moet verbeterd worden om intergewestelijke mobiliteit van werknemers te stimuleren. Didier Gosuin vindt ook dat het samenwerkingsakkoord van 2005 betreffende de mobiliteit van werknemers in dezelfde zin gemoderniseerd moet worden.

  1. Monitoring

De Brusselse Regering moet op Franstalig vlak een sterkere link verzekeren tussen de tewerkstellingswereld en de schoolbanken. Het ‘Pacte d’excellence’ biedt daarbij geen oplossing voor het probleem, vindt Didier Gosuin. In Vlaanderen worden elk jaar de gegevens van studenten die op de arbeidsmarkt komen vergeleken met de gegevens van de besturen. Aan Franstalige kant wordt dat niet gedaan. Het federale niveau moet volgens hem een voortdurende monitoring organiseren van de vacatures op basis van wetenschappelijke statistieken. De statistieken vloeien momenteel nog steeds voort uit enkel verklaringen van ondernemingen.

Hoewel de federale regering de Groep van Tien op die kwestie heeft gezet, vindt het Brussels Gewest dat de gewestelijke werkgevers- en vakbondsactoren erbij betrokken moeten worden. In Brussel keurden de sociale partners de twintig voorgestelde maatregelen goed. Voor de Brusselse werkgevers wordt de noodzaak benadrukt van meer resultaten – momenteel voldoen die niet – voor ondernemingen die hun vacatures aan Actiris bezorgen, zegt Jan de Brabander (BECI), voorzitter van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. “Dat wordt een prioritair werkterrein voor Brussel”, verzekert de minister van Economie en Tewerkstelling.

Lees het artikel als pdf of via de website van L’Écho.