Het IWEPS brengt de werkloosheidsgraad in Brussel in kaart

Het IWEPS brengt de werkloosheidsgraad in Brussel in kaart

We moeten stoppen met de situatie somberder voorstellen dan die is. De werkloosheidsgraad daalt immers al twee jaar.”, benadrukt Didier Gosuin, minister van Economie en Tewerkstelling.

De voorbije dertig jaar is de kloof tussen de werkloosheidsgraad van de drie Belgische gewesten aanzienlijk vergroot, benadrukt het IWEPS (Institut wallon de l'évaluation, de la prospective et de la statistique) in een studie die op 28 november in de pers werd verspreid. In de studie wordt vermeld dat Brussel de grootste stijging kent, met een stijging van de werkloosheidsgraad met 43%.

Ondanks een al twee jaar durende opeenvolgende daling blijft de werkloosheidsgraad in Brussel hoog. Volgens de door Actiris meegedeelde cijfers waren er zo eind oktober 98.014 werkzoekenden in Brussel: dat is goed voor een werkloosheidsgraad van 17,9%. Het aantal werkloze jongeren is bijzonder groot in de hoofdstad: de jongerenwerkloosheidsgraad bedraagt er 28,2%.

Sinds het begin van mijn mandaat als minister van Economie en Werkgelegenheid werk ik dan ook aan een reeks structurele hervormingen om die tendens om te keren. De eerste – en niet van de minste – hervorming was een geïntegreerd beleid invoeren voor tewerkstelling en beroepsopleiding: het kwalificatieniveau moet worden verhoogd om duizenden werkzoekenden werk te doen vinden. Sinds het begin van de legislatuur investeerde het Gewest zo 28 miljoen euro in de jongerengarantie. De inschakelingscontractenmaatregel is zich daarnaast ook sterk aan het ontwikkelen. Binnenkort zullen concrete maatregelen de Brusselse beroepsopleiding grondig hervormen om het certificeringsniveau te doen stijgen. Vanaf 2017 zal bovendien de tewerkstellingssteun drastisch vereenvoudigd worden: meer dan 215 miljoen euro aan tewerkstellingssteun zal op de Brusselaars worden toegespitst.

In de studie van het IWEPS komt ook een al twee jaar durende voortdurende daling van de werkloosheidsgraad naar voren. Zoals vermeld daalde in Brussel de werkloosheidsgraad het sterkst (zie tabel 1 en 2). Dat is in het bijzonder zo voor de jongerenwerkloosheid, die sinds 2010 met 30% gedaald is (zie tabel 3). In dezelfde periode is de tewerkstellingsgraad van de Brusselaars gestegen van 49 naar 51%.

Waarom concentreren we ons niet op die laatste bemoedigende elementen, in plaats van negatieve signalen uit te sturen? Brussel en de Brusselaars verdienen beter dan vertekende analyses. In plaats van nog eens de moeilijkheden in de schijnwerpers te plaatsen, moeten die vaststellingen ons verder naar het essentiële brengen. De Brusselse maatschappelijke uitdaging moet ons verder de tewerkstellingsgraad en het kwalificatieniveau – en dus de performantie en de doeltreffendheid van onze onderwijs- en opleidingsinstrumenten – doen helpen stijgen.